Review

Rating 8/10
User rating 0/10
  • Die zoek-het-maar-uit-instelling
  • Waar voor je geld
  • DLC naadloos verwoven in de maingame
  • Technisch niet heel veel verbeterd
  • Achievements die je vereisen New Game++ uit te spelen

Peter Paardekooper | woensdag 29 Apr 2015, 9:15

XBW ging voor de tweede keer naar Drangleic om weer een paar honderd keer het loodje te leggen.

Review

De tijd dat ontwikkelaars bij het maken van hun games één vaste doelgroep voor ogen hadden ("gamers") is lang voorbij. Tegenwoordig zijn er games voor huismoeders (Cooking Mama), ouderen (Brain Training), metalheads (Brütal Legend) en twaalfjarigen (Call of Duty). En sadomadochisten? Die hebben Dark Souls.

Sterven

De Souls-reeks begon in 2009 met Demon’s Souls. De game werd meteen berucht om zijn torenhoge maar toch eerlijke moeilijkheidsgraad. Deze zette zich voort in Dark Souls, dat in 2011 voor de Xbox 360 en PS3 verscheen. De games waren cult-classics en zette From Software na een lange carrière met vooral onbekende games eindelijk goed op de kaart. Dark Souls verkocht goed genoeg om een vervolg te rechtvaardigen, dat in maart 2014 het levenslicht zag. Zoals met een hoop meer games die aan het eind van het leven van de 360 zijn uitgegeven is Dark Souls II nu ook geport naar de huidige generatie consoles, onder de noemer Dark Souls II: Scholar of the First Sin. Ik nam het op me om keer op keer te sterven.

Gamers kunnen nu dus voor de tweede keer op weg door Drangleic. We kennen het trucje ondertussen wel: zeg dat de game in 1080p/60fps speelbaar is en dat de textures opgepoetst zijn en je kan zo weer 60 euro voor een oude game vangen. Scholar of the First Sin (SotFS) gaat in sommige aspecten echter veel verder dan een simpele HD-port. Zo bevat deze versie alle DLC die voor het originele Dark Souls II uit is gebracht, maar is al het materiaal niet weggestopt achter een menu. De extra content is naadloos in het originele avontuur verweven, in zoverre dat nieuwkomers geen verschil zullen zien tussen de originele campaign en de DLC. Ook is de enemy-placement volledig op de schop gegaan: je zult nu eerder in de game vijanden tegenkomen die er eerst niet waren, en andersom. Zo voelt SotFS zelfs voor Dark Souls-veteranen vers aan. Nadeel hiervan is dat de perfecte balans die het originele Dark Souls II kende nogal is verdwenen: het begin van de game is moeilijker en het eind is makkelijker geworden.

Nog meer sterven

Bijvoorbeeld: The Pursuer, één van de eindbazen uit het vroege gedeelte van de game, kan nu veel vaker verschijnen, op plekken waar je het totaal niet verwacht. Zo was ik laatst hoognodig toe aan een nieuw bonfire [de enige plekken in Dark Souls waar je kan saven], en ook waren al m’n healing items op. Uit nieuwsgierigheid besloot ik toch nog even die ene kamer in te gaan voor de kist die daar stond, en daar popte opeens de Pursuer op! Terwijl ik die een hele tijd terug al een kopje kleiner had gemaakt. Uiteraard overleefde ik het gevecht niet en liet ik die kist maar staan tot een volgende ontmoeting.

Ook de manier van verhaalvertelling is drastisch anders dan in andere games. Het is aan de speler om uit te maken hoeveel hij of zij van het verhaal mee wil krijgen. Waar normale games (voor watjes) gebeurtenissen vertellen aan de hand van minuten durende cutscenes, laat Dark Souls het je lekker zelf uitzoeken. Op het eerste filmpje na kent de game nauwelijks cutscenes en je mag zelf weten in hoeverre je luistert naar NPC’s die achtergrondinformatie aanbieden.

Bewijzen

Je kan Dark Souls dus op twee manieren spelen. Aan de ene hand kan je alle lore op je in laten werken en je inleven in de historie van Drangleic. Zo ben je in Skyrim de Dragonborn, in Kingdoms of Amalur de Fateless One, en in Dark Souls II een Undead. Een undead inderdaad, je bent geen uitverkorene of speciaal persoon. Maar ik merkte dat 't mij in Dark Souls allemaal niet zoveel boeide. Ik speelde deze game niet om me in te leven in een episch verhaal, maar om mezelf te bewijzen. Zoals ik Guitar Hero speel(de) niet om een rockster te zijn (want die staan niet in hun onderbroek met een stuk plastic voor hun tv), maar om m’n score en vaardigheid te verbeteren. Dark Souls weet dat te vertalen in een RPG, en dat voelde nieuwer dan de grootste plottwist ooit kan zijn.

Ook de moeilijkheidsgraad ligt (tot een bepaald punt) grotendeels in je eigen handen. DS2 is natuurlijk op zichzelf al moeilijk, maar nergens oneerlijk. Wil je het jezelf echter godsgruwelijk onmogelijk maken, dan kan dat ook. Zo kan je bijvoorbeeld de Emerald Herald vermoorden, het personage dat ervoor zorgt dat je levelt. Of leg de drie Firekeepers aan het begin van de game om, en je zal niet langer kunnen respawnen. Inderdaad, dood is dood, opnieuw beginnen. Voila, instant hardcore mode. Veel plezier.

Even tussendoor: die moeilijkheidsgraad is zelfs doorgetrokken naar de Achievements. Naast het uitspelen, dat natuurlijk al een prestatie op zich is, eisen sommige Achievements dat je de game op New Game ++ uitspeelt. Plus plus ja. Vanzelfsprekend is elke + extra moeilijk, dus in je derde playthrough zul je dubbele eindbazen met driedubbele healthbars tegenkomen. Jofel ende jolijt!

Beware of but hole

Dan is er nog een soort van online mode, die zich vertaalt in twee aspecten. Ten eerste kom je tijdens je singleplayer-avontuur berichten tegen die andere spelers hebben achtergelaten. Deze kunnen variëren van ontzettend handig (“Be weary of trap!” vlak voor een schatkist met een bom erin) tot ironisch grappig (“Try jumping” vlak voor een afgrond). De ontwikkelaars hebben hun best gedaan om scheldwoorden tot een minimum te beperken, daarom kan je ook alleen vooraf geselecteerde woorden kiezen. Dit leverde wel heerlijke situaties op door berichten als “Be weary of big but hole” vlak voor een eindbaas. Toen ik voor het eerst zo’n message zag, was het lachsalvo dat erop volgde genoeg voor de vijand achter mij om een zwaard in m’n porem te steken, maar dat was het waard. Ten tweede kan je spelwereld binnengevallen worden door andere spelers, of kan je ervoor kiezen om dat zelf bij andere spelers te doen. Persoonlijk ben ik geen fan van die multiplayermodi overal die tegenwoordig in elke game zit, maar toch is dit een zeer originele manier van een meerspeler- en co-opstand.

Dan rest de ondertussen klassieke vraag: is deze versie van Dark Souls II het waard om in huis te halen? Die wil ik beantwoorden met het ondertussen klassieke antwoord: als je het origineel (+DLC) al gespeeld hebt is er waarschijnlijk te weinig om je opnieuw naar Drangleic te halen. Tenzij je een diehard Dark Souls fan (lees: extreme sadomasochist) bent misschien. Ben je dat echter niet en vraag je jezelf ook af waar al die heisa om te doen is? Dan is Scholar of the First Sin een perfect moment om in te stappen.

Conclusie

Ik heb (eindelijk) eigenhandig gemerkt wat precies de charme van de Dark Souls franchise is. Andere games nemen je aan het handje: ze hebben verschillende moeilijkheidsgraden, vertellen je meteen waar je heenmoet als je even vastzit, en leggen verhalen voor je neer alsof het films zijn. En gelukkig maar, want we spelen games tenslotte voor ons plezier. Maar Dark Souls’ instelling van “hier heb je een zwaard en schild en zoek het verder maar uit, fuck you” was een verademing waarvan ik niet wist dat ik het nodig had. Praise the sun!

Reacties

Login of registreer om te reageren.