Joeri Tits | maandag 6 Dec 2021, 12:33

Hell Let Loose startte in 2017 als een Kickstarter-project, en is nu uit voor de Xbox Series-consoles!

Gespeeld op Xbox Series X. Geoptimaliseerd voor Xbox Series.

Hell Let Loose werd in 2017 gelanceerd via Kickstarter. Na een succesvolle ophaalronde werd hij uitgebracht in 2019 als computergame. Opnieuw twee jaar later is het aan de oorlogsshooter om zijn debuut te maken op consoles. Kan het ook hier succesvol zijn?

Niet de zoveelste oorlogsgame

Hell Let Loose is een first-person multiplayershooter die zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog. Toch is dit niet de zoveelste oorlogsgame. In Hell Let Loose spelen we op gigantische speelvelden met vijftig tegen vijftig. Aan de ene kant heb je de Duitsers, aan de andere kant de Amerikanen of Sovjets. Toch zijn deze grote speelvelden niet het meest bijzondere. De Australische Black Matter heeft er een diepgaande tactische game van gemaakt.

Broodnodige communicatie

In de teams van maximaal vijftig spelers word je opgesplitst in kleinere squads. Met deze teams kan je communiceren en samen proberen je steentje bij te dragen. Het interessante hieraan is natuurlijk als je in een team komt waarbij echt gecommuniceerd wordt. Helaas heb ik goede communicatie tijdens mijn speelsessies niet echt meegemaakt. Dikwijls was er maar één persoon die wat zei. Dit is jammer, want het zou het spel voor mij naar een hoger niveau tillen. Samen spelen met vrienden zou dus ook ideaal zijn. Deze communicatie zou ook handig zijn bij het selecteren van één van de vele klasses die het spel rijk is. Zo kan je je nut bewijzen als rifleman. Dan kan je munitie op de grond droppen voor je teamgenoten. Het is ook handig om een medic in je team te hebben. Deze kan je reviven wanneer je bent doodgeschoten. En geloof me, dit gebeurt in het begin vaak.

Ik snap dat je in een oorlog vaak aan je lot wordt overgelaten, maar de ontwikkelaar neemt dit wel heel erg serieus. Er is op geen enkel vlak hulp of voldoende uitleg, laat staan een tutorial. De enige manier om de game te leren is door het te spelen. Helaas word je dan niet eens gedropt met lotgenoten, maar kan je evenzeer tegen al ervaren spelers terecht komen. Wanneer je weer eens doodgeschoten wordt, moet je opnieuw beginnen bij een headquarter of een plek waar de officieren van je team een spawnplek geplaatst hebben. Je moet dan zorgen dat je terug bij je team terecht komt. De mappen zijn groot – hier kom ik later nog op terug – waardoor je soms lang moet ronddwalen eer je terug midden in de actie bent.

Er zijn twee speltypes: Warfare en Offensive. Bij Warfare moeten beiden teams een neutraal gebied innemen en behouden. Bij Offensive moet één team posities verdedigen en de andere moet dit natuurlijk proberen te veroveren.

Realistische, maar te grote maps

Zoals reeds eerder aangehaald zijn de maps enorm. Ik wist het niet, maar de ontwikkelaar heeft blijkbaar de bekende slagvelden, zoals het Franse Sainte-Maire-Du-Mont, één op één overgenomen. Dit is bewonderingswaardig, maar zorgt ook voor problemen. De maps zijn soms te groot, waardoor je te lang moet wachten op actie, maar het betekent ook dat de boel wat kaal is. Ik begrijp dat maps niet propvol moeten geduwd worden, maar soms was het moeilijk om tactisch in de omgeving te spelen omdat er te weinig schuilmogelijkheden waren. Als je dan niet in het bezit bent van een rookgranaat voel je je nogal snel een schietschijf. Realistisch? Absoluut. Frustrerend? Dat ook.

Daarnaast zijn de mappen nogal statisch gemaakt. Je kan niets kapot schieten. Appels op de grond? Zelfs bij een héél magazijn erop te lossen, blinken ze gewoon nog mooi voort. Daarnaast popt de appelboom die erbij hoort nogal wel eens weg. Ik besef dat het spel door een klein team gemaakt is, maar omdat het enkel te spelen is op next-gen, wat je ondertussen eigenlijk current-gen moet noemen, had ik er toch wat meer van verwacht. Wel draait alles vrij vlot, al duurde het soms wel eventjes eer ik een potje kon vinden. Het geluid is dan weer van een beter niveau. Je hoort bijvoorbeeld goed vanwaar de schoten komen. Je merkt dat de ontwikkelaar hun kostbare tijd eerder in de gameplay gestoken hebben. Hier valt weinig op aan te merken.